woensdag 29 juli 2015

Over Porscherijders (en waardoor zij Porsche kunnen rijden)

Vanmorgen zag ik een Porsche rijden. Natuurlijk droomde ook ik er vroeger van, net als iedereen van mijn geslacht, er ook eens een te hebben. Een jongensdroom.
Over het algemeen zijn Porscherijders, 911-rijders bedoel ik dan, (en nu ga ik generaliseren, ik weet het) mannen van rond de 40 à 50 die een eigen onderneming hebben of een directeursfunctie bekleden. Geslaagd. Binnen misschien wel. In ieder geval de financiële ruimte om de betreffende auto te kunnen rijden. Los van de vraag of ze nou gelukkig zijn (want rijkdom is geen synoniem voor succes, laat staan voor geluk) hebben ze in ieder geval íets goed voor elkaar.
De Porsche prikte slim een aantal gaatjes door, manoeuvreerde zich door het verkeer en was toch net wat sneller bij de afslag dan ik, terwijl het toch echt mijn achteruitkijkspiegel was waar ik 'm het eerst zag. En ik vind mezelf geen zondagsrijder. Porscherijders zijn (ik trek het vooroordeel door) slimme, slinkse rijders. Net even er voor duiken. Dotje gas erbij en het oranje licht halen. Tegen het asociale aan, maar toch nergens op te betrappen, los van een snelheidsbekeurinkje hier of daar.
Maar zijn het nou Porscherijders die dit doen of hebben mensen die dit gedrag al van nature vertonen een statistisch verhoogde kans ooit in staat te zijn om een Porsche te bezitten?

Lees verder op bijoeben.nl.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten